Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zijn hart [8]verhief zich in de wegen des HEEREN; en hij nam verder de [9]hoogten en de bossen uit Juda weg. 8. Te weten, niet door waan van deugden, rijkdom en eer, maar door en tot een kloek voornemen om de afgoderij uit te roeien, den zuiveren godsdienst te herstellen, alle goede orde naar de wet des Heeren in te voeren en zich tegen de beletselen, die hem bejegenden, vast te maken. Sommigen nemen het alzo, dat hij het hield voor zijn hoogste eer in des Heeren wegen te wandelen. 9. Die nog van Asa's tijd overgebleven, of in het einde zijns levens geplant waren van de Joden, die zo tot de afgoderij genegen waren dat zij ook, niettegenstaande Josafats ijver, niet geheel zijn uitgeroeid; onder, hfdst.20 vs.33.